Logo
verdichten
1 ver·dich·ten (verdichtte, heeft verdicht) 1 dichter maken: zich verdichten condenseren
2 ver·dich·ten (verdichtte, heeft verdicht) 1 verzinnen
Opdrachtgever
Huis de Verdichting
Met
Thies de Waard
Logo
verdichten
1 ver·dich·ten (verdichtte, heeft verdicht) 1 dichter maken: zich verdichten condenseren
2 ver·dich·ten (verdichtte, heeft verdicht) 1 verzinnen
Opdrachtgever
Huis de Verdichting
Met
Thies de Waard